dinsdag 27 september 2011

Isabelle

Op donderdag 22 september is, tijdens de 31e editie van het Nederlands Film Festival, ISABELLE de nieuwe Nederlandse psychologische thriller met Halina Reijn in de hoofdrol in première gegaan. Daar heeft de pers flink over uitgepakt.

Met enigszins diepzinnige beschouwingen over de wezenlijke vragen die in de film aan de orde worden gesteld. Over de duistere kant die mensen hebben.Over de drijfveren die hen tot daden brengen die je op het eerste gezicht niet achter hen zou zoeken. En nog wat van die dingen.

Maar vooral toch over het feit dat Halina, naakt vertoond, toch zo allemachtig voor de film is afgevallen. Je kunt haar ribben tellen! Nu is ribben tellen een nogal oninteressante bezigheid, want je weet van tevoren op welk getal je uitkomt, maar jonge jonge, wat zijn we daar met zijn allen druk mee geweest. Voor wie het toevallig heeft gemist, de onderstaande still uit de film geeft je gelegenheid de schade in te halen.


Los van de hitserige nieuwswaarde van een naakte Halina kan wel worden gezegd dat de afbeelding picturale kwaliteiten bezit in haar compositie en weergave van materialen. Bijna een vroeg renaissancistisch Italiaans schilderij. De gedetailleerde weergave van het tapijt. Het gebruik van perspectivische elementen. De dramatische weergave van de heilige en haar symbool, de bloeddorstige waakhond.

De kwaliteit van het beeld inspireerde mij tot het volgende sonnet, dat tegelijkertijd ook ingaat op het thema dat door de fysieke kwaliteiten van Halina naar de achtergrond is verdrongen.

De waakhond van jouw grijsgestemde hel
Ligt rustig neer, en weet al door zijn dreigen
Gehoorzaamheid en volgzaamheid te krijgen
Hij heeft zijn ogen dicht, maar ziet je wel

En jouw onzichtbaarheid, het wrede spel
Dat jou vol honger op de bank doet zijgen
Jouw open ogen blind, vol angstig zwijgen
Legt een verhitte naaktheid op jouw vel

Meer uitgemergeld nog jouw hart, verloren
In al dat jou in stof ontnomen is
Zo ongelijk aan wie je was tevoren

Je geeft je over. Wel, heb ik het mis
Dat je geheel me nu zult toebehoren?
Gevangen in het spel dat ik beslis?

Als ik me niet vergis
Zal ik je straks als eigen bloed vergieten
Ja, drup voor drup. Mijn god, dat wordt genieten!

Heeft ieder mens een duistere kant die hij (of zij) normaliter zorgvuldig voor de buitenwereld verborgen houdt? En hoe kan of zal die duistere kant zich manifesteren? Gebeurt dat in onze dromen? Heeft het zin op zoek te gaan naar de duistere kant in jezelf? En wat zal dat opleveren, zelfkennis of een ontwaakt verlangen de duistere kant verder te exploreren?

Ook interessante vragen, die in mijn hoofd de volgende regels deden ontstaan:

Er is een zwarte kant, omhuld, verborgen
Die zich in onze ziel genesteld heeft

Een mooi begin van een sonnet en van een diepgravend zelfonderzoek. Een eerste gevolgtrekking zou kunnen zijn dat mijn zwarte kant een gedeelde ervaring of een gedeeld verlangen is. Hij heeft zich immers in onze ziel gevestigd. Dat maakte me wel benieuwd naar hoe het verder zou gaan.

En vervolgens manifesteerde zich een feit dat wel vaker optreedt (maar zelden zo dwingend als nu), namelijk dat het gedicht zichzelf ging schrijven. Het gedicht nam het van mij over en creeerde, met zijn hulptroepen van rijmschema en metrum, een eigen onontkoombare werkelijkheid waar mijn wil weinig vat op had. Dichten, zo was hier mijn ervaring, is geenszins de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie, maar eerder het omgekeerde: het geritualiseerde voertuig van een archetypische ervaring.

Dat resulteerde in het volgende gedicht, dat mij weliswaar beelden van herkenning geeft, maar waarvoor ik de verklaring toch schuldig moet blijven.

Er is een zwarte kant, omhuld, verborgen
Die zich in onze ziel genesteld heeft
Onuitgesproken. Die onsterfbaar leeft
Waar duister heden zich verliest in morgen

Een schemerrijk van naakt getoonde zorgen
Waarin mijn wil beklemming rond je weeft
Waaraan je heel je wezen overgeeft
Daar wil je zijn.  In duisternis geborgen

Je zwijgt, als je de drempel overgaat
Jouw woord is onherroepelijk gegeven
Geen weg terug. Geblinddoekt jouw gelaat

Je geeft jezelf, je lichaam en je leven
Ik neem je, geef je weg, en elke daad
Doet jou naar groter onderwerping streven

Dat maakt je hoog verheven
Godin, de grens van twijfel gepasseerd
Slavin, volledig tot de duisternis bekeerd