woensdag 12 oktober 2011

BALLADE!

Meestal kies ik voor het staartsonnet. Dat is een dichtvorm die ik begrijp en zodanig heb geinternaliseerd dat de regels zich als het ware vanzelf voegen naar de voorgeschreven vorm. Maar je moet wel altijd na zeventien regels klaar zijn, en soms wil je wat meer de tijd nemen om te vertellen wat je op je lever hebt. Dan wordt het tijd om een andere vorm te kiezen.
Zoals de ballade. Die is in diverse vormen beschikbaar. De door mij gebruikte vorm heb ik ontleend aan de Vita Nuova van Dante, die curieuze pastiche van bekentenislectuur, afgewisseld met gedichtjes, waarbij (om het nog een beetje erger te maken) de gedichten vervolgens ook even worden toegelicht voor het domme lezersvolk.

In de Vita Nuova komt de ballade in verschillende vormen voor, maar mijn  voorkeur gaat uit naar de eerste (in hoofdstukje 12 opgevoerde) vorm die ik een begrijpelijke vormvastheid vind hebben.

De toon van de ballade moet een beetje zangerig zijn, de inhoud niet te zwaar. Een ballade zou je ook moeten kunnen zingen, het is tenslotte niet voor niets een ballade. De 'zangvorm' zie je ook terug, doordat sprake is van coupletten met een refrein.

Tegelijkertijd is het maken van een ballade nog een hele toer. Het rijmschema en de afwisseling van hele en halve regels is tamelijk complex. Voordat het dichten helemaal het systeem is ingedaald is nog een hoop training nodig. Oefening baart kunst, zullen we maar zeggen.

Om te laten zien wat dan het resultaat kan zijn van dat oefenen, volgt nu de Ballade van Judy, eerst het refrein, dan de coupletten:

Een bagatel onder de lofgezangen
Maar bloesemend gezongen als aubade
Hoe wonderbaarlijk passend mijn ballade
Ook Judy heeft een blosje op haar wangen

Ach, laat haar rustig rode koontjes krijgen
Het staat haar zo charmant
Ik wil haar daartoe best een beetje plagen
Vooral als ze dan wegkijkt en blijft zwijgen
Staat haar gedrag garant
Dat ik mij dompel in intens behagen
Ik zou dan alles doen wat ze zou vragen
Op zo'n moment gaat alles over rozen
Zo groot de macht van haar gevoelig blozen
Dat ik voor elke dwaasheid lijk te vangen

Waar Laura door Petrarca werd bezongen
In leven en in dood
Object van zijn morbide fascinatie
Kies ik voor Judy, los en ongedwongen
En liever klein dan groot
Bezing ik in balladevorm haar gratie
Een vriendelijke vorm van adoratie
Vol levenslust, want niemand hoeft te sterven
Dat zou de stemming veel te veel bederven
Wie ben ik om de dichter uit te hangen?

Wel wens ik haar de hemel in te prijzen
Alleen figuurlijk dan
Want ik wil wel dat ze nog lang blijft leven
Ze hoeft voor mij zich niet meer te bewijzen
Ik ben al in haar ban
Hoog is ze boven middelmaat verheven
Door haar wordt licht de somberheid verdreven
In elk geval bij mij. Want door fantomen
Die sluipend in haar hartje boven komen
Houdt soms een twijfel haar gemoed gevangen

Dan zucht ze diep, en maakt ze zich verwijten
Heel streng en onterecht
Alsof de zon de schuld is van de regen
Haar treft geen blaam, ze doet ook wolken splijten
En ze is kwaad noch slecht
Ze is die lage driften hoog ontstegen
Zo zou zich Judy zelf eens kunnen wegen:
Dat, om de overwinning te behalen
Ze niets moet doen dan enkel fel te stralen
Verheven in de planetaire rangen

Dus wil ik met plezier haar laten weten
Dat zij formosa is
En in cubiculum mag binnentreden
Ze had ook Amarilli kunnen heten
Als ik me niet vergis
Bezongen vaak in heden en verleden
Door mij is Judy zo genoeg aanbeden
Meer lof zal haar maar naar haar hoofdje stijgen
Dus is het raadzaam dat ik nu ga zwijgen
En eindigt hier dit liedje van verlangen

In het laatste couplet citeer ik hier en daar uit oud zangmateriaal. Want Judy kan ook prachtig zingen. Het is maar dat iedereen het weet!