zondag 19 februari 2012

Wie is wie?

Om nog even bij het onderwerp van de vorige aflevering te blijven volgt hier wederom een ballade. De concrete aanleiding voor deze is het feit dat ik niet zo goed ben in namen. Meer precies: in het onthouden van namen. Daar had ik ook last van in het geval van de drie zusjes.

Om pijnlijke situaties te vermijden moet je dan oefenen. Of ezelsbruggetjes verzinnen, zodat je wel in staat bent om de juiste jongedame bij de juiste naam aan te spreken. Om dat voor elkaar te krijgen besloot ik om me in dichtvorm te bekwamen. Bij het refrein kwam ik uit op de slotzin "De vraag is echter: wie is wie?" en dat heeft natuurlijk meteen de consequentie dat daarmee ook de slotzinnen van de coupletten op 'ie' moeten eindigen.

Tot zover geen probleem, maar van het een komt het ander, zeker gegeven het feit dat de rijmklank 'ie' te gebruiken is bij zowel sterk als zwak rijm, en daar als het ware een andere lading en intensiteit heeft. Dat leidde tot het idee om in de gehele ballade waar mogelijk gebruik te gaan maken van rijmwoorden die op 'ie' eindigen. Zo schept een dichter zijn eigen problemen. 100% bleek niet haalbaar, maar met passen en meten ben ik een eind gekomen. Het resultaat luidt als volgt:

Ballade van de zusjes
Refrein:                                                    
Prinsesjes zijn het, alle drie
Nee echt. Ja heus. Geen woord gelogen
Je krijgt haast tranen in je ogen
De vraag is echter: Wie is wie?


Het moet ons vrolijk en tevreden stemmen
Dat we nu zingen gaan
Van jeugd, talent, van schoonheid en van gratie
En het is goed om even te beklemmen
En even stil te staan
Tot heil en tot geluk van heel de natie
Om niet te zeggen: tot haar elevatie
Dat het om zusjes gaat zonder bombarie
Want dat gerucht is flauwekul en larie
Het spinsel van een zieke fantasie

Welnu, ik zeg het niet zonder emotie:
Ik ben ontzettend blij
Dat deze nieuwe, jonge generatie
Zo goed geleid door ouderlijke notie
Zich onbeperkt en vrij
Ontwikkelt op het pad van redenatie
Hetgeen mij zinken doet in contemplatie
Wat ik dan zie? Drie hoofden, licht gebogen
Zo nijver aan hun huiswerk, onvertogen
Geconcentreerd en vol van energie

En het is op zichzelf vast geen sensatie
Dat Nienke Nienke is
Dat is normaal, zeg maar gewoon: traditie
Maar het vereist bij mij toch concentratie
Dat ik me niet vergis
Want in mijn hoofd voltrekt zich competitie
En als ik afgaan moet op intuïtie
Dan loop ik kans mij heel erg te vergissen
In wie zij is. Ik moet mij vergewissen
Dat ik in haar het juiste meisje zie

En haar dan slordig niet verwar met Maartje
Die wel wat jonger is
Maar voor herkenning is dat geen garantie
Want eerlijk waar: al scheelt het dan een jaartje
En is ze blozend fris
Ze tooit zich eveneens met elegantie
En gaat dus, met haar zus, tijdens vakantie
De winkel in van Bitch en Afercrombie (1)
Een paradijs voor elke modezombie
Voor ruiten rokjes ruim boven de knie

Maar Emma doet niet mee aan deze manie
Dat heeft ze dus beloofd
Want dat is helemaal niet haar ambitie
Veel liever staat ze, vol bravoure en branie
Atletisch op haar hoofd
En doet ze binnenkort wellicht auditie
Op de TV. Een hele exercitie
Maar het wordt vast een grote revelatie
En zo besluit ik mijn evaluatie
Met veel bewondering en sympathie

(1) Mode is niet helemaal mijn sterke punt, en vanwege mijn reeds boven aangehaalde moeite met namen zeg ik het misschien niet helemaal goed, maar wat ik bedoel is ongeveer het volgende: the hottest label in the world!