zondag 4 maart 2012

Kalasjnikov

Beroepskeuze kan knap lastig zijn. En als dichter de actualiteit volgen trouwens ook. De eerste inspiratie voor onderstaand staartsonnet dateert uit november 2009, maar vervolgens stokte het na regel zeven, waarna het bijna twee jaar en vijf maanden bleef liggen.

Als je als dichter de actualiteit wilt volgen, moet je wel een beetje van opschieten houden en niet te snel afgeleid zijn. Het Parool publiceerde op 11 november 2009 dat Michail Kalasjnikov, uitvinder van het wereldberoemde gelijknamige schiettuig op een receptie in het Kremlin ter ere van zijn negentigste verjaardag verklaarde in zijn jeugd dichter te hebben willen worden. Collega blogger Papieren Man reageerde al op 12 november, maar Papieren Man is een journalist, en daarmee per definitie hijgerig bovenop het nieuws met een halfwaardetijd van minder dan vierentwintig uur. En bovendien van een repeterende soort, een echo van het echte nieuws uit de krochten van het bloggen.

Echter: dat kan dan wel zo zijn, maar het maakt mij nog niet tot toonbeeld van gevatheid. Terwijl ik eigenlijk, op basis van de statistieken die Google zo vriendelijk is voor mij bij te houden, wel wat exposure kan gebruiken. Het trefwoord Kalasjnikov geeft gegarandeerd media-aandacht bij professionele lezers van CIA, AIVD en wat zo nog meer. Hoe dom van mij, derhalve, om een gedicht over Kalasjnikov niet met de grootste spoed over het voetlicht te brengen!

Anyway, beter laat dan nooit. Regel acht tot en met zeventien volgden vandaag toen ik bij een opruimingsactie weer eens op mijn Kalasjnikov stuitte. en omdat de ezel die ik ben zich nooit twee maal aan dezelfde steen wil stoten, publiceer ik dan maar terstond:

KALASJNIKOV

Kalasjnikov had dichter willen zijn
Wie voelt niet met hem mee? In wilde tonen
Van beeldspraak en van rijm te mogen wonen
Te leven in staccato van refrein

Een salvo van gedachten in zijn brein
Een mitrailleur van klank, de maat bekronen
Met kleur, textuur en grillige patronen
Van inspirerend bijtend zoet venijn

En toch heeft hij een monument geschapen
Dat wijd en zijd aanbeden wordt, en meer
Veel meer, dat mensen dromen doet en slapen

Het leven en de kunst zijn broos en teer
En vaak is ook het woord een duchtig wapen
Maar tegen een geweer is geen verweer

Leg alle wapens neer
Zo lijkt de dichter ons te willen vragen
Laat alles zwijgen, laat de doden klagen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten